Terug naar het begin

Het bed is leeg. Op mij na dan. De gordijnen wapperen, het raam staat nog open. Het is koud en ik mis je naast me, tegen me aan, in me. Ik ontdek een spoor van jouw geur in het kussen waarin ik mijn hoofd verstop. Je bent je sokken vergeten. "Komt volgende keer wel" zei je. Ik zou ze graag aantrekken, maar de slaap weerhoudt mij ervan om op te staan. Bovendien slaap ik nooit met sokken aan, maar voor de jouwe zou ik een uitzondering maken. De gordijnen hangen nu stil, af en toe bewegen ze nog even rustig heen en weer. Ga maar slapen. Morgen weer een nieuwe dag.
De zachte streling van je vingers over de snaren van je gitaar
doet mij verlangen naar jouw aanraking.
Ik kan je niet vergeten
en zelfs als ik het kon zou ik het niet willen.
Ik ben opgebroken in stukken van verwarring.
Wat maakte onze liefde onmogelijk?