Ik lach, word duizelig wanneer ik mijn ogen sluit, krijg geen adem, wrijf in mijn ogen, want ze prikken. Ik lach zo hard. Helder denken lukt allang niet meer. Ik blijf maar rondjes draaien, mijn hoofd tolt, mijn lichaam voelt licht. Dan stort ik neer, werp ik mijzelf tegen de grond. De wereld om mij heen beweegt, als een zweefmolen; zo hoog en onbezwaard. Ik hef mijn hoofd op, reik naar de zon, probeer haar aan te raken. Ik lach naar haar, want ze begroet mij met geluk. De wolken strijken langs mijn wangen, voelen zacht aan. Ik wil ze omarmen, liefhebben, nooit meer loslaten.
Vandaag leef ik zonder vrezen, spijt hebben doe ik niet.
Vandaag ben ik zo verdomde gelukkig.
Ik voel je, nee, ik adem je. Ik ben jou niet, maar zo voelt het wel, soms. Ik ken je zo goed, te goed, misschien. Jij bent mij niet, ook al weet ik dat het voor jou wel zo voelt, soms. Het is niet erg, ik begrijp precies wat je bedoelt. Ik weet hoe het voelt, hoe jij je voelt.
Ik kan niet wachten, ik wil niet wachten, tot we weer zijn wat we waren, ooit.
Ik kan niet wachten, ik wil niet wachten, tot we weer zijn wat we waren, ooit.
Abonneren op:
Posts (Atom)